PERFORCE change 150943 for review
Rene Ladan
rene at FreeBSD.org
Sat Oct 4 10:33:21 UTC 2008
http://perforce.freebsd.org/chv.cgi?CH=150943
Change 150943 by rene at rene_self on 2008/10/04 10:32:32
MFen disks/chapter.sgml 1.286 -> 1.287 (plus local fixes).
Checked build, whitespace.
Affected files ...
.. //depot/projects/docproj_nl/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml#5 edit
Differences ...
==== //depot/projects/docproj_nl/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml#5 (text+ko) ====
@@ -5,7 +5,7 @@
$FreeBSDnl: doc/nl_NL.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml,v 1.35 2006/01/05 21:21:23 siebrand Exp $
%SOURCE% en_US.ISO8859-1/books/handbook/disks/chapter.sgml
- %SRCID% 1.286
+ %SRCID% 1.287
-->
<chapter id="disks">
@@ -221,7 +221,7 @@
<filename>/var/run/dmesg.boot</filename> bekeken te worden om er
zeker van te zijn dat de nieuwe schijf is gevonden. Volgens het
voorbeeld heet de nieuw toegevoegde schijf
- <devicename>da1</devicename> en die wordt gemount op
+ <devicename>da1</devicename> en die wordt aangekoppeld op
<filename>/1</filename> (als er een IDE-schijf wordt toegevoegd,
is de apparaatnaam <devicename>ad1</devicename>).</para>
@@ -342,18 +342,18 @@
Labelbewerker dient een enkel bestandssysteem te worden
aangemaakt door op <keycap>C</keycap> te drukken. Kies
<literal>FS</literal> wanneer gevraagd wordt of dit een FS
- (file system) of swap wordt, en geef een mountpunt in
+ (file system) of swap wordt, en geef een koppelpunt in
(bijvoorbeeld <filename>/mnt</filename>). Wanneer een
schijf in post-installatie-modus wordt toegevoegd, maakt
<application>sysinstall</application> geen ingangen aan in
<filename>/etc/fstab</filename>, dus dan is het opgegeven
- mountpunt niet van belang.</para>
+ koppelpunt niet van belang.</para>
<para>Nu kan het nieuwe label naar de schijf worden
geschreven en er een bestandssysteem op aangemaakt worden.
Dit kan gedaan worden door op <keycap>W</keycap> te
drukken. Fouten van <application>sysinstall</application>
- dat de nieuwe partitie niet gemount kon worden kunnen
+ dat de nieuwe partitie niet aankoppeld kon worden kunnen
genegeerd worden. De Labelbewerker en
<application>sysinstall</application> kunnen nu volledig
verlaten worden.</para>
@@ -664,21 +664,21 @@
<command>/etc/rc</command> <command>ccdconfig -C</command>
indien <filename>/etc/ccd.conf</filename> bestaat. Dit
stelt automatisch de &man.ccd.4; in, zodat die kan worden
- gemount.</para>
+ aangekoppeld.</para>
<note>
<para>Indien er in enkele-gebruiker-modus wordt opgestart,
dient het volgende commando te worden uitgevoerd om de
- rij in te stellen voordat de &man.ccd.4; gemount kan
+ rij in te stellen voordat de &man.ccd.4; aangekoppeld kan
worden:</para>
<programlisting>ccdconfig -C</programlisting>
</note>
- <para>Om de &man.ccd.4; automatisch te mounten, kan er een
- regel voor de &man.ccd.4; in
+ <para>Om de &man.ccd.4; automatisch aan te koppelen, kan er
+ een regel voor de &man.ccd.4; in
<filename>/etc/fstab</filename> geplaatst worden, zodat die
- tijdens het opstarten gemount wordt:</para>
+ tijdens het opstarten aangekoppeld wordt:</para>
<programlisting>/dev/ccd0c /media ufs rw 2 2</programlisting>
</sect4>
@@ -943,7 +943,7 @@
<Generic Traveling Disk 1.11> at scbus0 target 0 lun 0 (da0,pass0)</screen>
<para>Indien er een bestandssysteem op de schijf aanwezig is, kan
- dat gemount worden. <xref linkend="disks-adding"> biedt
+ dat aangekoppeld worden. <xref linkend="disks-adding"> biedt
indien nodig hulp bij het formatteren en aanmaken van partities
op de USB-drive.</para>
@@ -992,29 +992,31 @@
start van het systeem. Als alternatief kan ook &man.sysctl.8;
gebruikt worden om deze variabele te zetten.</para>
- <para>De laatste stap is het creeeren van de directory waar het
- bestandssysteem gekoppeld wordt. Deze directory moet eigendom
- zijn van de gebruiker die het bestandssysteem gaat koppelen.
- Een manier om dat te bewerkstelligen is door met de gebruiker
- <username>root</username> een subdirectory aan te maken die
- eigendom is van de gebruiker als
+ <para>De laatste stap is het creëeren van de map waar het
+ bestandssysteem gekoppeld wordt. Deze map moet eigendom zijn
+ van de gebruiker die het bestandssysteem gaat koppelen. Een
+ manier om dat te bewerkstelligen is door met de gebruiker
+ <username>root</username> een submap aan te maken die eigendom
+ is van de gebruiker als
<filename>/mnt<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></filename>
(verander <replaceable>gebruikersnaam</replaceable> door de
- loginnaam van de daadwerkelijke gebruiker):</para>
+ loginnaam van de daadwerkelijke gebruiker en
+ <replaceable>gebruikersgroep</replaceable> door de primaire
+ groep van de gebruiker):</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mkdir /mnt/gebruikersnaam</userinput>
-&prompt.root; <userinput>chown <replaceable>gebruiker</replaceable>:<replaceable>gebruiker</replaceable> /mnt/<replaceable>gebruiker</replaceable></userinput></screen>
+&prompt.root; <userinput>chown <replaceable>gebruikersnaam</replaceable>:<replaceable>gebruikersgroep</replaceable> /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
- <para>Stel dat er vervolgens een USB stick ingeplugged wordt
- en er een <filename>/dev/da0s1</filename> aangemaakt wordt.
- Omdat deze apparaatjes meestal voorgeformatteerd met een
- FAT bestandssysteem komen, kan deze als volgende gekoppeld
+ <para>Stel dat er vervolgens een USB-stick ingeplugged wordt en er
+ een <filename>/dev/da0s1</filename> aangemaakt wordt. Omdat
+ deze apparaten meestal voorgeformatteerd met een
+ FAT-bestandssysteem komen, kan deze als volgende gekoppeld
worden:</para>
- <screen>&prompt.user; <userinput>mount -t msdosfs -m 644 -M 755 /dev/da0s1 /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
+ <screen>&prompt.user; <userinput>mount -t msdosfs -o -m=644,-M=755 /dev/da0s1 /mnt/<replaceable>gebruikersnaam</replaceable></userinput></screen>
<para>Indien het apparaat losgekoppeld wordt (nadat de schijf
- gedismount is), dient in de buffer voor systeemmeldingen iets
+ afgekoppeld is), dient in de buffer voor systeemmeldingen iets
als het volgende te zien te zijn:</para>
<screen>umass0: at uhub0 port 1 (addr2) disconnected
@@ -1029,8 +1031,8 @@
<para>Naast de onderdelen <link linkend="disks-adding">Schijven
toevoegen</link> en <link
- linkend="mount-unmount">Bestandssystemen mounten en
- unmounten</link>, kunnen de volgende hulppagina's ook nuttig
+ linkend="mount-unmount">Bestandssystemen aan- en
+ afkoppelen</link>, kunnen de volgende hulppagina's ook nuttig
zijn: &man.umass.4;, &man.camcontrol.8; en
&man.usbdevs.8;.</para>
</sect2>
@@ -1427,23 +1429,23 @@
<title>Gegevens-CD's gebruiken</title>
<para>Nu er een standaard gegevens-CD-ROM is aangemaakt moet deze
- waarschijnlijk gemount worden om de gegevens die er op staan te
- lezen. Normaalgesproken neemt &man.mount.8; aan dat een
- bestandssysteem van het soort <literal>ufs</literal> is. Als
- zoiets als onderstaande geprobeerd wordt komt er een klacht
- over <errorname>Incorrect super block</errorname> en geen
- mount:</para>
+ waarschijnlijk aangekoppeld worden om de gegevens die er op
+ staan te lezen. Normaalgesproken neemt &man.mount.8; aan dat
+ een bestandssysteem van het soort <literal>ufs</literal> is.
+ Als zoiets als onderstaande geprobeerd wordt komt er een klacht
+ over <errorname>Incorrect super block</errorname> en wordt er
+ niet aangekoppeld:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mount /dev/cd0 /mnt</userinput></screen>
<para>De CD-ROM bevat geen
- <literal>UFS</literal>-bestandssysteem, dus pogingen om zo te
- mounten mislukken. Er dient aan &man.mount.8; verteld te
+ <literal>UFS</literal>-bestandssysteem, dus pogingen om zo aan
+ te koppelen mislukken. Er dient aan &man.mount.8; verteld te
worden dat het bestandssysteem van het soort
<literal>ISO9660</literal> is en dan werkt alles. Dit kan
door de optie <option>-t cd9660</option> van &man.mount.8; op
te geven. Het CD-ROM-apparaat <filename>/dev/cd0</filename>
- onder <filename>/mnt</filename> mounten kan zo:</para>
+ onder <filename>/mnt</filename> aankoppelen kan zo:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mount -t cd9660 /dev/cd0 /mnt</userinput></screen>
@@ -1482,11 +1484,11 @@
<para>Zo nu en dan kan <errorname>Device not
configured</errorname> verschijnen als geprobeerd wordt om een
- CD-ROM te mounten. Dit betekent meestal dat het CD-ROM-station
- denkt dat er geen schijf in de lade ligt of dat het station
- niet zichtbaar is op de bus. Omdat het enkele seconden kan
- duren voordat een CD-ROM-station doorheeft dat er een CD-ROM
- in ligt, is geduld geboden.</para>
+ CD-ROM aan te koppelen. Dit betekent meestal dat het
+ CD-ROM-station denkt dat er geen schijf in de lade ligt of dat
+ het station niet zichtbaar is op de bus. Omdat het enkele
+ seconden kan duren voordat een CD-ROM-station doorheeft dat er
+ een CD-ROM in ligt, is geduld geboden.</para>
<para>Soms wordt een SCSI CD-ROM gemist omdat het station niet
genoeg tijd had om antwoord te geven op de busreset. Indien er
@@ -1518,12 +1520,12 @@
<screen>&prompt.root; <userinput>tar xzvf /dev/acd1</userinput></screen>
- <para>Het is niet mogelijk om deze schijf te mounten zoals dat
- voor een normale CD-ROM gedaan wordt. Zo'n CD-ROM kan onder
+ <para>Het is niet mogelijk om deze schijf aan te koppelen zoals
+ dat voor een normale CD-ROM gedaan wordt. Zo'n CD-ROM kan onder
geen enkel besturingssysteem, behalve &os;, gelezen worden.
- Om de CD te kunnen mounten of gegevens te delen met een ander
- besturingssysteem, dient &man.mkisofs.8; gebruikt te worden,
- zoals boven beschreven is.</para>
+ Om de CD aan te kunnen koppelen of gegevens te delen met een
+ ander besturingssysteem, dient &man.mkisofs.8; gebruikt te
+ worden, zoals boven beschreven is.</para>
</sect2>
<sect2 id="atapicam">
@@ -1591,7 +1593,7 @@
<para>Het station is nu toegankelijk via de apparaatnaam
<filename>/dev/cd0</filename>. Om bijvoorbeeld een CD-ROM op
- <filename>/mnt</filename> te mounten:</para>
+ <filename>/mnt</filename> aan te koppelen:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mount -t cd9660 <replaceable>/dev/cd0</replaceable> /mnt</userinput></screen>
@@ -2187,8 +2189,8 @@
<title>Diskettes gebruiken</title>
<para>Om de diskette te gebruiken kan &man.mount.msdosfs.8;
- gebruikt worden om het medium te mounten. Ook kan <filename
- role="package">emulators/mtools</filename> uit de
+ gebruikt worden om het medium aan te koppelen. Ook kan
+ <filename role="package">emulators/mtools</filename> uit de
Portscollectie worden gebruikt.</para>
</sect2>
</sect1>
@@ -2695,7 +2697,7 @@
<para>Indien <command>dump</command> op een hoofdmap wordt
gebruikt, wordt er geen back-up gemaakt van <filename>/home
</filename>, <filename>/usr</filename> of van de vele andere
- mappen, aangezien dit typisch mountpunten voor andere
+ mappen, aangezien dit typisch koppelpunten voor andere
bestandssystemen of symbolische koppelingen binnen deze
bestandssystemen zijn.</para>
</note>
@@ -2997,9 +2999,9 @@
<para>In het andere geval dienen twee eigen opstartbare
diskettes aangemaakt te worden die een kernel bevatten die
- alle gewenste schijven kan mounten en toegang heeft tot het
- bandstation. Deze diskettes dienen het volgende te bevatten:
- <command>fdisk</command>, <command>newfs</command>,
+ alle gewenste schijven kan aankoppelen en toegang heeft tot
+ het bandstation. Deze diskettes dienen het volgende te
+ bevatten: <command>fdisk</command>, <command>newfs</command>,
<command>mount</command> en het gebruikte back-upprogramma.
Deze programma's dienen statisch gelinkt te worden. Als
<command>dump</command> gebruikt wordt, moet de diskette
@@ -3063,7 +3065,7 @@
newfs -t 2 -u 18 -l 1 -c 40 -i 5120 -m 5 -o space /dev/fd0a
#
-# mount de nieuwe diskette
+# koppel de nieuwe diskette aan
#
mount /dev/fd0a /mnt
@@ -3171,7 +3173,7 @@
/usr/sbin/pwd_mkdb -d/mnt/etc /mnt/etc/master.passwd
#
-# umount de diskette en informeer de gebruiker
+# koppel de diskette af en informeer de gebruiker
#
/sbin/umount /mnt
echo "De diskette is ontkoppeld en is nu klaar."]]></programlisting>
@@ -3219,21 +3221,21 @@
<indexterm><primary><command>newfs</command></primary></indexterm>
- <para>Probeer de rootpartitie van de eerste schijf te mounten
- (bijvoorbeeld <command>mount /dev/da0a /mnt</command>). Als
- het schijflabel beschadigd is, gebruik dan
- <command>bsdlabel</command> om de schijf opnieuw te
+ <para>Probeer de rootpartitie van de eerste schijf aan te
+ koppelen (bijvoorbeeld <command>mount /dev/da0a
+ /mnt</command>). Als het schijflabel beschadigd is, gebruik
+ dan <command>bsdlabel</command> om de schijf opnieuw te
partitioneren en te labelen zodat deze overeenkomt met het
afgedrukte en bewaarde label. Gebruik voor het opnieuw
aanmaken van de bestandssystemen <command>newfs</command>.
- Hermount de rootpartitie van de diskette voor lezen en
- schrijven (<command>mount -u -o rw /mnt</command>). Gebruik
- voor het herstellen van de gegevens van dit bestandssysteem
- het back-upprogramma en de back-upbanden (bijvoorbeeld
- <command>restore vrf /dev/sa0</command>). Dismount nu het
- bestandssysteem (bijvoorbeeld <command>umount
- /mnt</command>). Herhaal dit voor elk beschadigd
- bestandssysteem.</para>
+ Koppel de rootpartitie van de diskette opnieuw aan voor lezen
+ en schrijven (<command>mount -u -o rw /mnt</command>).
+ Gebruik voor het herstellen van de gegevens van dit
+ bestandssysteem het back-upprogramma en de back-upbanden
+ (bijvoorbeeld <command>restore vrf /dev/sa0</command>).
+ Koppel nu het bestandssysteem af (bijvoorbeeld
+ <command>umount /mnt</command>). Herhaal dit voor elk
+ beschadigd bestandssysteem.</para>
<para>Back-up de gegevens naar nieuwe banden als het systeem
weer draait. De omstandigheden die verantwoordelijk waren
@@ -3326,16 +3328,16 @@
geheugen-gebaseerde virtuele schijven: geheugenschijven die met
&man.malloc.9; toegewezen zijn, geheugenschijven die een
bestand als basis gebruiken en geheugenschijven die swapruimte
- als basis gebruiken. Een mogelijk gebruik is het mounten van
- een beeld van een diskette of CD dat in een bestand bewaard
+ als basis gebruiken. Een mogelijk gebruik is het aankoppelen
+ van een beeld van een diskette of CD dat in een bestand bewaard
wordt.</para>
- <para>Om een bestaand beeld van een bestandssysteem te
- mounten:</para>
+ <para>Om een bestaand beeld van een bestandssysteem aan te
+ koppelen:</para>
<example>
<title><command>mdconfig</command> gebruiken om een bestaand
- beeld van een bestandssysteem te mounten</title>
+ beeld van een bestandssysteem aan te koppelen</title>
<screen>&prompt.root; <userinput>mdconfig -a -t vnode -f <replaceable>schijfbeeld</replaceable> -u <replaceable>0</replaceable></userinput>
&prompt.root; <userinput>mount /dev/md<replaceable>0</replaceable> <replaceable>/mnt</replaceable></userinput></screen>
@@ -3372,19 +3374,18 @@
<devicename>md4</devicename>. Meer details staan in de
hulppagina van &man.mdconfig.8;.</para>
-
<para>Het commando &man.mdconfig.8; is erg nuttig, hoewel het
veel opdrachten vergt om een bestandsgebaseerd bestandssysteem
aan te maken. &os; wordt met &man.mdmfs.8; geleverd. Dit
- programma stelt een &man.md.4;-schijf in door gebruik te maken van
- &man.mdconfig.8;, zet er een bestandssysteem op door gebruik te
- maken van &man.newfs.8; en mount het door gebruik te maken van
- &man.mount.8;. Om hetzelfde bestandssysteembeeld als hierboven
- aan te maken en te mounten:</para>
+ programma stelt een &man.md.4;-schijf in door gebruik te maken
+ van &man.mdconfig.8;, zet er een bestandssysteem op door gebruik
+ te maken van &man.newfs.8; en koppel het aan door gebruik te
+ maken van &man.mount.8;. Om hetzelfde bestandssysteembeeld als
+ hierboven aan te maken en aan te koppelen:</para>
<example>
- <title>Instellen en mounten van een bestandsgebaseerde schijf
- met <command>mdmfs</command></title>
+ <title>Instellen en aankoppelen van een bestandsgebaseerde
+ schijf met <command>mdmfs</command></title>
<screen>&prompt.root; <userinput>dd if=/dev/zero of=<replaceable>nieuwbeeld</replaceable> bs=1k count=<replaceable>5</replaceable>k</userinput>
5120+0 records in
@@ -3460,10 +3461,9 @@
<para>Als een geheugen- of bestandsgebaseerd bestandssysteem
niet gebruikt wordt, dienen alle bronnen aan het systeem
- vrijgegeven te worden. Dismount als eerste het
- bestandssysteem, gebruikt daarna &man.mdconfig.8; om de schijf
- van een systeem los te koppelen en de bronnen vrij te
- geven.</para>
+ vrijgegeven te worden. Koppel als eerste het bestandssysteem
+ af, gebruikt daarna &man.mdconfig.8; om de schijf van een
+ systeem los te koppelen en de bronnen vrij te geven.</para>
<para>Om bijvoorbeeld alle bronnen die door
<filename>/dev/md4</filename> gebruikt worden los te koppelen
@@ -3508,10 +3508,10 @@
bestandssysteem waarop de handeling wordt uitgevoerd en er mogen
niet meer dan 20 snapshots per bestandssysteem worden aangemaakt.
Actieve snapshots worden opgeslagen in het superblok zodat ze
- persistent zijn met dismount- en hermountbewerkingen en met het
- opnieuw opstarten van het systeem. Als een snapshot niet langer
- nodig is, kan het met het standaardcommando &man.rm.1; worden
- verwijderd. Snapshots kunnen in elke volgorde verwijderd
+ persistent zijn met afkoppel- en heraankoppelbewerkingen en met
+ het opnieuw opstarten van het systeem. Als een snapshot niet
+ langer nodig is, kan het met het standaardcommando &man.rm.1;
+ worden verwijderd. Snapshots kunnen in elke volgorde verwijderd
worden, alhoewel misschien niet alle gebruikte ruimte
teruggewonnen wordt omdat sommige vrijgegeven blokken mogelijk
door een ander snapshot geclaimd worden.</para>
@@ -3552,7 +3552,7 @@
<listitem>
<para>De bestandssysteem integriteit controle, &man.fsck.8;
kan gebruikt worden op het snapshot. Ervan uitgaande dat het
- bestandssysteem schoon was toen het werd gemount, zou dit
+ bestandssysteem schoon was toen het werd aangekoppeld, zou dit
altijd een schoon (en onveranderlijk) resultaat moeten
opleveren. Dit is in principe wat het
&man.fsck.8;-achtergrondsproces doet;</para>
@@ -3570,8 +3570,8 @@
<listitem>
<para>Het snapshot kan met &man.mount.8; als bevroren beeld van
- het bestandssysteem worden gemount. Om het snapshot
- <filename>/var/snapshot/snap</filename> te mounten:</para>
+ het bestandssysteem worden aangekoppeld. Om het snapshot
+ <filename>/var/snapshot/snap</filename> aan te koppelen:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mdconfig -a -t vnode -f /var/snapshot/snap -u 4</userinput>
&prompt.root; <userinput>mount -r /dev/md4 /mnt</userinput></screen>
@@ -3579,12 +3579,12 @@
</itemizedlist>
<para>Het is nu mogelijk om door de structuur van het bevroren
- bestandssysteem <filename>/var</filename> te lopen dat gemount is
- op <filename>/mnt</filename>. Alles zal initieel in dezelfde
- toestand verkeren als op het moment dat het snapshot werd
- aangemaakt. De enige uitzondering hierop is dat eerdere
+ bestandssysteem <filename>/var</filename> te lopen dat
+ aangekoppeld is op <filename>/mnt</filename>. Alles zal initieel
+ in dezelfde toestand verkeren als op het moment dat het snapshot
+ werd aangemaakt. De enige uitzondering hierop is dat eerdere
snapshots als bestanden met lengte nul verschijnen. Als een
- snapshot niet meer nodig is, kan het als volgt gedismount
+ snapshot niet meer nodig is, kan het als volgt afgekoppeld
worden:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>umount /mnt</userinput>
@@ -3978,7 +3978,7 @@
<para>In het volgende voorbeeld wordt aangenomen dat er een
nieuwe harde schijf aan het systeem wordt toegevoegd die een
enkele versleutelde partitie zal bevatten. Deze partitie
- wordt gemount als <filename>/private</filename>.
+ wordt aangekoppeld als <filename>/private</filename>.
<application>gbde</application> kan ook gebruikt worden om
<filename>/home</filename> en <filename>/var/mail</filename>
te versleutelen, maar daarvoor zijn complexere instructies
@@ -4130,7 +4130,7 @@
<step>
<title>Mount de versleutelde partitie</title>
- <para>Maak een mountpunt voor het versleutelde
+ <para>Maak een koppelpunt voor het versleutelde
bestandssysteem aan:</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>mkdir /private</userinput></screen>
@@ -4160,7 +4160,7 @@
</sect3>
<sect3>
- <title>Bestaande versleutelde bestandssystemen mounten</title>
+ <title>Bestaande versleutelde bestandssystemen aankoppelen</title>
<para>Elke keer nadat het systeem is opgestart dient elk
versleuteld bestandssysteem opnieuw aan de kernel gekoppeld
@@ -4186,7 +4186,7 @@
<para>Aangezien het nog niet mogelijk is om versleutelde
bestandssystemen op te nemen in
<filename>/etc/fstab</filename> voor automatische controle,
- dienen de bestandssystemen voordat ze gemount worden
+ dienen de bestandssystemen voordat ze aangekoppeld worden
handmatig op fouten gecontroleerd te worden door
&man.fsck.8; uit te voeren:</para>
@@ -4204,11 +4204,11 @@
</procedure>
<sect4>
- <title>Versleutelde partities automatisch mounten</title>
+ <title>Versleutelde partities automatisch aankoppelen</title>
<para>Het is mogelijk om een script aan te maken om
automatisch een versleutelde partitie aan te koppelen, op
- fouten te controleren en te mounten, maar vanwege
+ fouten te controleren en aan te koppelen, maar vanwege
veiligheidsredenen dient het script niet het wachtwoord
voor &man.gbde.8; te bevatten. In plaats hiervan wordt het
aangeraden om zulke scripts handmatig uit te voeren en het
@@ -4226,8 +4226,8 @@
<application>gbde</application> bij het starten wordt
ingegeven. Na het invoeren van de juiste wachtwoordzin
wordt de met <application>gbde</application> versleutelde
- partitie automatisch gemount. Dit kan erg handig zijn bij
- het gebruik van <application>gbde</application> op
+ partitie automatisch aangekoppeld. Dit kan erg handig zijn
+ bij het gebruik van <application>gbde</application> op
notebooks.</para>
</sect4>
</sect3>
@@ -4377,15 +4377,15 @@
<para>Het volgende voorbeeld beschrijft hoe een
sleutelbestand te maken, dat wordt gebruikt als onderdeel
van de Master Key voor de versleutelde dienst die wordt
- gemount onder <filename
+ aangekoppeld onder <filename
class="directory">/private</filename>. Het sleutelbestand
zorgt voor wat willekeurige gegevens die worden gebruikt
om de Master Key te versleutelen. De Master Key wordt ook
door een wachtwoordzin beschermd. De sectorgrootte van de
dienst wordt 4 kB. Ook wordt beschreven hoe de
<command>geli</command>-dienst te koppelen, er een
- bestandsysteem op te maken, dat te mounten, hoe ermee te
- werken en tenslotte hoe te ontkoppelen.</para>
+ bestandsysteem op te maken, dat aan te koppelen, hoe ermee
+ te werken en tenslotte hoe te ontkoppelen.</para>
<para>Het wordt aangeraden een grotere sectorgrootte in te
stellen (zoals 4 kB) voor betere prestaties.</para>
@@ -4448,14 +4448,14 @@
</step>
<step>
- <title>De dienst unmounten en afkoppelen</title>
+ <title>De dienst afkoppelen</title>
<para>Als het werk met de versleutelde partitie is
afgehandeld en de <filename
- class="directory">/private</filename>-partitie is niet
- langer nodig, dan is het verstandig te overwegen de met
- <command>geli</command> versleutelde partitie te unmounten
- en af te koppelen van de kernel.</para>
+ class="directory">/private</filename>-partitie niet langer
+ nodig is, dan is het verstandig te overwegen de met
+ <command>geli</command> versleutelde partitie af te koppelen
+ van het bestandssysteem en de kernel.</para>
<screen>&prompt.root; <userinput>umount /private</userinput>
&prompt.root; <userinput>geli detach da2.eli</userinput></screen>
More information about the p4-projects
mailing list